opgezwollen, opgepropt zijn, vol zijn, overvloeien; pronken, prijken; von Gesundheit strotzen, een en al gezondheid zijn; der Bettler strotzte von (vor) Ungeziefer, de bedelaar zat vol ongedierte; strotzend, overvol overvloedig.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk