Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Schmarren

betekenis & definitie

ongerezen pannekoek; kleinigheid; ja Schmarren!, ja zeker (ironisch), kun je begrijpen!; das Stück ist ein Schmarren, het is een prul van een stuk; das hilft einen Schmarren, dat helpt geen biet; alles andere ist Schmarren, al het andere is gekheid.

< >