Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Satt

betekenis & definitie

verzadigd; zelfvoldaan; moede, afkerig; diep, donker (van kleuren); sich satt essen, zijn genoegen eten; ich habe es satt, ik ben het moede, ik heb er genoeg van; ein satter Bourgeois, een bourgeois satisfait, antisociaal gezinde; eine satte Lösung, een verzadigde oplossing; sattes Rot, dieprood; satte Ruhe, zelfvoldane rust.

< >