roeren, raken, aanraken; ontstaan, voortspruiten; ontroeren; om werken (grond); woher rührt das?, waar komt dat vandaan?; keinen Finger für jemand rühren, geen vinger voor iem. uitsteken; keine Hand rührte sich nach dem Konzert, geen hand bewoog na het concert; daran wurde nicht gerührt, daaraan werd niet geraakt!; der Schlag hat ihn gerührt, hij heeft een beroerte gekregen; vom Blitz gerührt, door de bliksem getroffen; die Trommel rühren, de trom roeren, roffelen; rührt euch!, op de plaats rust!
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk