Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Rechnung

betekenis & definitie

rekening; ’t rekenen; seine Rechnung bei etwas finden, voordeel van iets trekken; Rechnung legen, rekening en verantwoording doen; einer Sache Rechnung tragen, met iets rekening houden; die Rechnung ohne den Wirt machen, buiten de waard rekenen; fingierte Rechnung, conto finto, geraamde rekening; etwas in Rechnung stellen, iets in rekening brengen, met iets rekening houden; Wert in Rechnung, op rekening.

< >