gat (ook: plaatsje); hole (v. golfterrein); krot; hol (v. vos); einem zeigen, wo der Zimmermann das Loch gelassen hat, iem. het gat van de deur wijzen; einen ins Loch stecken, iem. in de bak stoppen; er pfeift auf dem letzten Loch, het loopt met hem ten einde; aus einem andern Loch pfeifen, uit een ander vaatje tappen; er säuft wie ein Loch, hij drinkt als een kartouw; bläst der Wind aus dem Loch?, waait de wind uit die hoek?; einem Löcher in den Kopf fragen, het naadje van de kous willen weten.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk