Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Liegen

betekenis & definitie

(lag; gelegen),liggen, gelegen zijn; es liegt am Tag, het (erts enz.) ligt aan de oppervlakte (mijnb.); het is zeer duidelijk; es liegt nahe, ’t ligt voor de hand; da liegt der Hund begraben, daar zit de knoop; einem in den Ohren liegen, iem. aan het hoofd zeuren; es liegt mir nicht, het is niets voor mij; die Rolle liegt ihm nicht, die rol past niet voor hem; die Dinge liegen einfach, 't is met die dingen eenvoudig gesteld; daran liegt mir nichts, daaraan is mij niets gelegen; es liegt auf derselben Linie, het ligt in dezelfde lijn; auf den Tod liegen, doodziek zijn; liegendes Gut, onroerend goed.

< >