(ließ, gelassen), (los)laten, toelaten, toestaan; etwas bleiben lassen, iets achterwege laten; das muß man ihm lassen, dat moet men toegeven; einen zur Ader lassen, iemand aderlaten; nicht von einem lassen wollen, aan iem. hangen; laß das gut sein, laat (dat) maar (rusten); das läßt sich denken, dat spreekt van zelf; hier läßt es sich gut sein, hier is het prettig; laß es dir gut gehen!, het ga je goed!; sich vor Vreude nicht zu lassen wissen, van blijdschap geen raad weten.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk