1. Kur: kuur, genezing; einen in der Kur haben, iem. in behandeling hebben; eine Kur machen; kuren; die Kur machen, schneiden, het hof maken.
2. Kür: ploeg (in mijn).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: