1. (hieß; geheißen), heten, noemen; gebieden, bevelen; betekenen; das heißt, dat wil zeggen; was soll das heißen?, wat moet dat betekenen?; er hat mich gehen heißen, hij heeft mij bevolen te gaan.
2. hijsen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: