Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Glatt

betekenis & definitie

glad, effen; glibberig; vlot; glatt abschlagen, rondweg afslaan; eine glatte Dummheit, een domheid zonder meer; eine glatte Erfindung, een volslagen verzinsel; ein glattes Geschaft machen, vlot zaken doen; eine glatte Landung, een vlotte landing; eine glatte Lüge, een botte leugen; eine glatte Niederlage, een totale nederlaag; ein glatter Sieg, een duidelijke, gemakkelijke overwinning; glatt ungenügend, gladweg onvoldoende.

< >