Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Beziehen

betekenis & definitie

betrekken; overtrekken; trekken (wissel); ein Bett neu beziehen, schone lakens en slopen geven; ein Gehalt beziehen, een salaris trekken, ontvangen; eine Geige mit Saiten beziehen, een viool met snaren bespannen; einen beziehen, een wissel op iemand trekken; sich auf einen beziehen, zich op iemand beroepen; sich auf etwas beziehen, naar iets verwijzen, zich refereren aan; das bezieht sich auf mich, dat heeft op mij betrekking.

< >