Lachen

betekenis & definitie

Het lachen is in zekere zin het bevrijdende zuchten van de ziel, als reactie op het vinden van een uitweg uit een (vastgelopen?) situatie. In de oudheid verdraaide men lachen in huilen en huilen in lachen, wat we echter uit eigen ervaring niet kunnen bevestigen (zie deel 3 van dit boek: ‘Over het lachen in de droom’). De dromer wordt overigens tijdens het lachen meestal wakker; hij blijft dan met open ogen doorlachen, maar weet vaak nauwelijks meer waarom. Ladder Deze draagbare trappen symboliseren een onzeker vooruitkomen en wisselvalligheid op de levensweg. Het sport voor sport op een ladder naar boven klimmen betekent voor de waaktoestand een moeizame carrière; de val van de ladder is een val in het bodemloze. De interpretatie van Freud, dat het onafgebroken op en neer klimmen op een ladder de geslachtsdaad symboliseert, lijkt ons nogal gezocht. (Zie ook ‘Sport’, ‘Trap’ en deel 3 van dit boek: ‘Vlieg- en valdromen’.) Lade In de lade willen we - net als in de kast (zie ‘Kast’) - iets veilig bewaren waar anderen niet bij kunnen - hetgeen ons echter als een gesloten mens zou kunnen karakteriseren. Staat de lade open, dan zijn we tegenover onze medemensen te goed van vertrouwen. Is de lade gesloten, dan zouden we in ons karakter na moeten gaan, of we niet te veel de ogen sluiten voor de adviezen van anderen.