gewoner boerhoorn
horen, waarop getoeterd wordt, oorspr. ook om de boeren naar 't koren te roepen (Borger, Elp, Balinge), thans nog bij brand en bij verkoopingen (Rolde, Westerbork), maar vooral bij "boervergaderingen" en bij "boerwarken" (Emmen, Buinen, Ees, Donderen). In N.-Dr. minder algemeen, te Eelde bv. onbekend.