Te Elp wordt de koekoek bewaard; de oudste ingezetene bewaart hem in de kist. Als men te Borger, enz. den eersten koekoek hoort, zegt men: ze hebt in Elp de koekoek ook weer löslaoten.
Een paar verhalen doen nog te Elp de ronde, hoe de Elpers hun scheldnaam koekoeken kregen. Zie ook Dr. Volksalm, 1903.