(Wachtum, Sleen, Dalen, Zweeloo, Valthe, Halen), elders beschoonen, beschonnen
besparen: duor is niks an beschoond (Eext), de jurk wat beschoonen (Halen), de meuite b.; een mooi cent geld beschoonen (Ann. kan.). Te Borger is beschoonegen verschoonen (fig.).