(Dalen, Wachtum, R.wold, Dwingeloo, Beilen, Halen, Borger, Rolde, Vries, Donderen, Eelde, Ide) begrooten (Eelde, Peize, Annen, Zuidlaren, Ann. kan., Zuidwolde, enz.)
leed zijn, te veel kosten, schatten. Te Valte o. a. is begreuten − spijten en begrooten − schatten. Hiervan 1° begreutelk, begreutlek, begrootelk − jammer, spijtig, sneu, heun, meuilek. 2° begreuting (Halen, Beilen, Anloo, Gasselte, Sleen), begrooting (alg.) − schatting.