(Dalen, Sleen, Zweeloo, Borger); bedroezeld (Sleen, Lhee); verdroezeld, bedreuzeld (Annerv. kan.); vertoezeld (Ruinen); bedoezeld (Eext, Borger); betoezeld (Halen); beduusd (Smilde), bedolderd (Koekange), bedremmeld (Borger)
bedwelmd (door een slag b.v.). Hi hef dat wicht maar eem is zien, maor was er nog bedoezeld van (Borger).