(Balloo); basterd, albasterd (Rolde); abaster (Eelde); rabaster (Annerv. kan.); koegel (Wachtum, Vries); stuiter (Dwingeloo, Ruinen, Dalen, Halen); stuiterink (Zuidwolde); bal(e) (Gieterveen, Eext); koelknikker (Zuidlaren, Norg); kui (Zuidwolde)
leemen, glazen of ijzeren knikker. Het spel daarmee heet bammen (Borger), met keien ook paraken (Borger). Ligt iemands steen op zekeren afstand van de koep of pot, waar centen in zijn, dan zegt hij: ik bam mij an, niet wider der van maor wal korter dran. Dit is in zijn voordeel, als de ander door hem te raken den steen dichter bij den pot brengt.