(Meppel, Ruinen, Beilen, Balinge, Hoogeveen. Donderen) ballastschup (Borger, Gasselte, Vries, enz.): ballaster (Gieterveen, Annerv. kan., Bunne)
ijzeren schop; 2° onnut huisraad; druktemaker. Rolde gallast, Borger baloor. Hiervan ballastig (alg.) − lastig, baldadig, b.v. een ballastig peerd (Ruinen, enz.); baloorig, vervreten (Assen).