opsuppen (Schoonebeek, Halen, Weerdinge, Zweeloo); opschuppen (Annerv. kan., Gasselte, Borger, Rolde, Vries. Donderen, Dalen)
aanhitsen, aanvuren bij een gevecht, aanzetten tot spoed; ook anhissen (alg.); opsteukeln (Vries); aan-, op- en instupen (Eelde).