Men weet dat de wijn reeds 2000 jaar geleden in India bekend was en dat de mensen van het land nog wijn dronken in de tijd van de Mogols. De voornaamste wijnbouwstreek was toen Kasjmir.
Een uit 1628 daterend geldstuk draagt de beeltenis van grootmogol Jahanjir met een wijnbeker in de hand. Er waren in die tijd ook wijnvelden rond de steden Golconde, Kandahar en Surate. Honderd jaar geleden echter waren alleen de wijnen van Kasjmir, waarvan een aantal op de tentoonstelling van Calcutta in 1888 werd geëxposeerd, nog in de handel. Toen werden de wijnplanten (geïmporteerd uit de Bordeaux) aangetast door de phylloxera en moesten ze op Amerikaanse stammen worden geënt.Men ziet nu nog enkele wijnvelden rond de stad Madras. Ze werden geplant omstreeks het jaar 1889 door Franse missionarissen. In de loop van de laatste jaren zijn ze uitgebreid in de omgeving van Kodaikanal, Dharmapur en Penukanda. Niettemin is de wijnbouw er meer een liefhebberij dan een serieuze onderneming.
Behalve in de omstreken van Madras vindt men ook nog wijnland in de staten Maharashtra en Misore, in de zuidpunt van het land. Enkele bij Delhi, in de noordelijke staat Haryana gelegen wijnvelden produceren eveneens wijndruiven. Een wijn genaamd Bosca, uit het gebied ten zuiden van Bombay, is een voorbeeld voor de mate van verbetering die nog moet worden geboekt voor Indiase wijnen drinkbaar worden. Hoewel de vraag gering is in een land waar de mensen nauwelijks belangstelling hebben voor alcoholische dranken - hetzij omdat ze er geen waardering voor hebben, hetzij omdat de godsdienst het ze verbiedt - produceert India niettemin sterke dranken: vergist palmboomnat, arak, maar ook eau-de-vie de vin, gin, rum en whisky. In 1972 boekten deze onderscheiden pródukties de volgende resultaten:
PRODUKTIE VAN GEDISTILLEERDE DRANKEN IN INDIA IN I972
hectoliter
Eau-de-vie 46 000
Gin 40 000
Whisky 115 000
Rum en bitters 75 000