Een bankbiljet is een speciaal aangemaakt document waarmee men kan betalen.
Sedert 2002 zijn de zogenaamde Eurobiljetten in omloop, deze kunnen in alle aangesloten landen gebruikt worden als wettig betaalmiddel.
Om misbruik en namaak van eurobiljetten tegen te gaan, zijn de biljetten beveiligd. Het ‘papier’ waarop de biljetten gedrukt zijn (in vakkringen ‘het substraat’ genoemd) is geen gewoon papier. Het substraat is samengesteld uit linnen en katoen. Voor het eigenlijke drukproces maakt men van diverse druktechnieken gebruik, zoals plaatdruk waardoor het lijkt dat bepaalde afbeeldingen op het papier liggen. Een bijzondere druktechniek die gebruikt wordt is de precisie-druk: daardoor liggen de voor- en achterkant precies goed op elkaar. Voorts maakt men gebruik van speciale inkten. Een voorbeeld daarvan is de kleur-variabele inkt waarmee het waarde-getal wordt gedrukt. Op de oppervlakte van het biljet worden ‘glimmers’ aangebracht. Dat zijn holografische afbeeldingen die niet met gewone kopieermachines zijn na te maken.