Zo met elkaar vrijen dat de kans het kleinst is dat de een de ander een seksueel overdraagbare aandoening (soa, geslachtsziekte) bezorgt en, als een van de twee een vrouw is, zij zwanger kan worden gemaakt.
Een soa kun je bij het vrijen ongemerkt van iemand oplopen en dan ongemerkt aan een andere persoon doorgeven. Soa’s worden vooral overgedragen door sperma, bloed en vaginaal vocht en bij contact tussen slijmvliezen. Slijmvliezen zitten onder andere in de vagina, op de eikel, onder de voorhuid van de piemel, in het poepgaatje (de anus) en in de mond.
Om samen veilig te vrijen, zorg je er dus voor dat er geen sperma (zaad) of bloed van de een in het lichaam (vagina, poepgaatje, mond, oog enz.) van de ander terechtkomt. Daarvoor gebruikt een jongen een condoom (er zijn ook vrouwencondooms). Verder doe je samen geen rare dingen waardoor bloed en zaad (sperma) ‘rondvliegt’. Elkaar zoenen kan geen soa’s overbrengen (wel de ‘kusziekte’ oftewel ziekte van Pfeiffer), behalve als er zaad in de mond komt en een van de twee bloedend tandvlees of zweertjes in de mond heeft.
Ook veilige seks, safe sex. Kijk ook bij seksueel overdraagbare aandoening, geboortebeperking.
