Grote groep van stoffen in de natuur die alle levensprocessen sturen.
Bij het woord ‘eiwit’ denk je misschien aan de witte blubber rondom de dooier in een kippenei. Dokters, biologen en scheikundigen denken bij ‘eiwitten’ aan de ingewikkelde verbindingen van de stoffen stikstof, koolstof, zuurstof en waterstof (soms ook zwavel of fosfor). Die verbindingen komen in alle planten en dieren voor.
Eiwitten bestaan uit verschillende aminozuren. Wat een eiwit doet, hangt af van de volgorde van de verschillende aminozuren erin. Eiwitten spelen een belangrijke rol bij de groei, de stofwisseling (als enzym), de afweer (als afweerstof) enz. De volgorde van de aminozuren ligt vast in de genen van het DNA. Zo bepaalt het DNA in de kern van elke lichaamscel welke eiwitten worden gemaakt. Als in dat DNA een fout zit, bijvoorbeeld door een erfelijke ziekte, kunnen er verkeerde eiwitten worden gemaakt. Dat heet een ‘mutatie’ en daardoor kan een ziekte ontstaan.
Ook proteïnen, polypeptiden.
