Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

bakercyste

betekenis & definitie

Kleine zwelling in de knieholte door een uitstulping van de gewrichtsspleet, waar dan vloeistof uit het kniegewricht in komt. (uitspraak: BEE-kur-kies-tu)

Een bakercyste ontstaat meestal als er iets met het kniegewricht is gebeurd, bijvoorbeeld een gescheurde knieband of kapot kraakbeen van de meniscus (voetbalknie). Dan maakt het lichaam te veel gewrichtsslijm aan en vult de cyste zich met gewrichtsvloeistof. Nadat de dokter het kniegewricht heeft behandeld, wordt dat vocht minder en verdwijnt de zwelling vaak vanzelf, zonder medicijnen. Je mag dit woord ook schrijven als ‘cyste van Baker’. Aan de hoofdletter (zie ook spelling van medische woorden) zie je dat de zwelling is vernoemd naar een persoon: William Baker (1839-1896), een negentiende-eeuwse chirurg in Engeland, die als eerste over deze cyste ging schrijven. Het woord heeft niets met een baker (oud woord voor ‘kraamverzorgster’) en inbakeren te maken.

Ook kniekuilcyste, cyste van Baker.