Kudde-immuniteit, groepsimmuniteit of collectieve immuniteit is de beschermende immuniteitsstatus van een populatie tegenover een bepaalde infectieziekte. Ze kan op peil gebracht worden door vaccinatie van een bepaald (kwetsbaar) gedeelte van de bevolking.
Om de volledige populatie te beschermen, hoeven niet alle individuen gevaccineerd te zijn. Vanaf een bepaalde vaccinatiegraad kan een ziekteverwekker zich niet gemakkelijk vanuit een besmettingsbron verspreiden in een populatie. Vaccinatie werpt dus een dam op tegen de verspreiding van een ziekte.
Het aandeel van de immune individuen in een populatie waarboven een ziekte niet langer kan blijven bestaan is de kudde-immuniteitsdrempel. De waarde hiervan varieert met de virulentie van de ziekte, de werkzaamheid van het vaccin en de contactparameter voor de bevolking. Geen vaccin biedt volledige bescherming, maar de verspreiding van de ziekte van mens op mens is veel groter bij diegenen die niet gevaccineerd blijven.
Bij de volksgezondheid betrokkenen proberen kudde-immuniteit te bereiken in de meeste populaties. Dit wordt bemoeilijkt wanneer grootschalige vaccinatie niet mogelijk is of wordt afgewezen door een deel van de bevolking. Kudde-immuniteit geldt alleen voor besmettelijke ziekten.
