Adoptiecurve verwijst naar de theoretische klokvormige curve van het waarschijn- lijkheidsmodel, waarin een gehele bevolkingsgroep wordt inge¬deeld in vijf groepen, die na elkaar een nieuwe opvatting huldigen of nieuw gedrag vertonen. Deze opeenvolgende groepen worden als volgt benoemd en omschreven:
1. Innovators. Dit zijn ‘nieuwlichters’, de allereersten die een in¬novatie in praktijk brengen.
Zij vertegenwoordigen slechts en¬kele procenten van een bevolkingsgroep. Door hun
afwijkend nieuw gedrag vormen zij redactioneel nieuws voor de media. Of deze innovatie
doorzet is nog erg onzeker. Daartoe zou de innovatie ook moeten doordringen tot de
volgende adoptiecategorie.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, beïnvloeden deze innovators de volgende categorie niet rechtstreeks, maar hoog¬stens via een omweg. In de woorden van prof. Lionberger: ‘Innovators are not followed, they’re watched’.
2. Early adopters (vroege aanvaarders). Deze groep omvat 10 a 15% van een
bevolkingsgroep en behoort tot dezelfde sociale groep als de volgende categorie.
3. Majority (de meerderheid). Ongeveer tweederde van een bevol¬kingsgroep, die (volgens
de beide auteurs) te kunstmatig ook wel wordt ingedeeld in ‘early majority’ en ‘late majority’. Zij aanvaarden vernieuwingen na de early adopters. De opinievormers uit de communicatietheorie vallen dus ongeveer samen met de early adopters uit de theorie van de adoptie van innova¬ties.
4. Laggards (= late adopters of late aanvaarders). Deze conserva¬tieve groep van 10 a 15%
van de bevolking aanvaardt als laatste een vernieuwing.
5. Non-adopters (= niet-aanvaarders). Enkele procenten van de bevolking, die een
vernieuwing blijven afwijzen.
NB: Deze theoretische curve is geconstrueerd door vanaf het mid¬den één resp. twee sigma van het gemiddelde lijnen te trekken.