Waterfornuizen zijn doorgaans stenen fornuizen met bovenin een forse waterketel. Onder de ketel zit een stookgelegenheid. Sedert de 16de eeuw dikwijls naast een open stookplaats gebouwd, al of niet onder een rookkap.
In de 19de eeuw kwamen losse fornuizen en kookkachels meer in trek, waardoor gemetselde fornuizen en open vuren langzaam in onbruik raakten.