Bij elkaar horend stel van vier liturgische gewaden in de liturgische kleur van de dag, bestaande uit een kazuifel, dalmatiek, tuniek en koorkap (zie aldaar) met toebehoren zoals stola’s, manipels, kelkvelum, bursa en soms een of meer vaandels. Kon worden gedragen in een heilige mis met vier heren (assisterende priester, priester-voorganger, diaken en subdiaken). Soms ontbreekt het onderscheid tussen een dalmatiek en tuniek.
Bij meer celebranten en diakens breidt het stel zich uit en krijgt de benaming van het aantal.