Stergewelven zijn veeldelige ribgewelven waarvan de ribben zo geregeld zijn, dat zij stervormige figuren vormen. Bij de ribben van het kruis- en zesdelige gewelf worden hulpribben (tiercerons) gevoegd die eveneens opgaan van de hoekpunten. Er ontstaan vier- en zesdelige sterren.
De diagonale ribben kunnen gedeeltelijk vervallen. In Nederland vindt men geen stergewelf vóór c. 1425 (St.-Maarten, Tiel).