Kerkmeubel voor de prediking, in essentie bestaande uit een verhoogd opgestelde kuip, hangend aan de muur of staande op een voetstuk, bereikbaar via een trap. Ontstaan als monumentaal meubel in de dertiende eeuw. In de zeventiende eeuw werd een klankbord toegevoegd.
Een dorsaal verbindt meestal kuip en klankbord. In Vlaanderen kreeg de preekstoel na het Concilie van Trente (1545-1563) een vaste plaats in het zuiden van het schip. Er zijn verplaats-bare preekstoelen – zonder klankbord.
Het gebruik van de hoog aangebrachte, monumentale preekstoel is verminderd; men geeft nu de voorkeur te preken van achter een staande lezenaar. De term kansel wordt ook gebruikt, meestal in protestantse kring, maar behoort meer tot de schrijftaal.