Doekje waaraan de priester zijn vingers droogt nadat hij ze heeft afgespoeld in het ablutievat na het communie-uitreiken buiten de mis. Met het kelkdoekje worden aan het eind van de eucharistieviering de heilige vaten gedroogd. In de oud-katholieke kerk wassen de priesters de handen na de communieuitreiking in de misviering, waarbij veelal een lavabostel wordt gebruikt.
Voor en na de kerkdienst vindt in de sacristie meestal eveneens een handwassing plaats.