Door A.E. Brinckmann aan de spraakkunst ontleende term ter kenschetsing van een barokke ruimtevorm. Het in- en door elkaar vlechten van ruimtecurven schept voor de waarneming van de ruimte een verschuiving, een ommekeer in de verhouding tussen hoofd- en bijruimten.
Voorb.: kerkinterieurs van Einsiedeln (CH) en Vierzehnheiligen (D).