Een kroontje, gevlochten van doorntakken. Het herinnert aan de doornenkroon die als spot op het hoofd van Jezus, ’de koning der joden’, werd gezet tijdens zijn lijdensweg naar zijn kruisdood. Werd vervaardigd voor verschillende doeleinden: 1.
Als een van de lijdenswerktuigen, als attribuut bij een processie werd meegedragen. 2. Professiekroontje dat binnen sommige-orden en -congregaties op de dag van de kleine professie van vrouwelijke religieuzen op het bed werd gelegd of werd gedragen. 3. Boetewerktuig bij verstervingsoefeningen. 4.
Attribuut voor een beeld van het Kindje Jezus als een vooruitwijzing naar het Lijden. 5. Attribuut aan een passiekruis.
