In Duitstalige streken verstaat men onder ‘Bergfried’ een m.e. burchttoren die, overeenkomstig de in deze gebieden veelvoorkomende scheiding tussen woon- en defensiegebouwen, als laatste toevlucht in oorlogsnood diende. Het was dus geen permanente woontoren, zoals in Frankrijk en Engeland. De stenen bergvrede was gewoonlijk op een zeer massieve voet (gebosseerde blokken, (bossage) opgetrokken en had een hooggeplaatste ingang en schietgaten in de gekanteelde bovenbouw.
De plattegrond is meestal vierkant, ook wel rond of veelhoekig, vooral in ringburchten.