De onderscheiding van eerste oorzaak en tweede oorzaak is in de Christelijke wijsbegeerte en godgeleerdheid vooral aanvaard, om in een gebeuren het verschil aan te geven tusschen de werkzaamheid Gods en die der menschen. Van alle geschieden is God de eerste oorzaak.
Alle kracht in de schepping is van Hem. Alle substantie is door Hem geschapen en blijft bestaan door Hem.
Hij laat alles gebeuren overeenkomstig zijn eeuwig besluit. De mensch is als redelijk en verantwoordelijk wezen in zijn handelingen de tweede oorzaak, hij gebruikt de kracht die God hem geeft, hij handelt naar bepaalde motieven.
Daarom is hij voor al zijn doen verantwoordelijk. Vooral in de leer van de voorzienigheid is deze onderscheiding van eerste oorzaak en tweede oorzaak van groote beteekenis.
Het verband tusschen de eerste en de tweede oorzaak is ons, wegens de beperktheid onzer menschelijke kennis, niet zóó helder, dat we dit geheel doorzien.