wordt Matth. 4 : 6 genoemd als de plaats, waar de tweede verzoeking des Heeren Jezus geschiedde. Daar het hier voor „tempel” gebruikte Grieksche woord het gansche complex van gebouwen op den tempelberg aanduidt, en niet slechts het heiligdom op zichzelf, dat uit voorhof, heilige en heilige der heiligen bestond, moet de „tinne” des tempels gezocht worden op één der overdekte galerijen, die het eigenlijke heiligdom omgaven, en gebouwd waren aan de binnenzijde van den muur, die om de tempelplaats was opgericht.
Op welk gedeelte van deze „tinne” — het woord wordt ook gebruikt van den rand of zoom van een kleed — des tempels Jezus werd geplaatst, geeft het bericht van Mattheüs niet nader aan.