De eerste „Theosophical Society” in Noord-Amerika werd in 1875 te New York opgericht door Mme. Helena P.
Blavatsky, met H. S.
Olcott als eersten president. Er bestaan vier groepen: de oorspronkelijke „Theosophical Society” (Amerikaansche sectie); de „Theosophical Society in America”; en de „Universal Brotherhood and Theosophical Society”, benevens een onafhankelijke vereeniging in New York.
Zij verklaren, dat het hoofddoel bestaat in het bevorderen van een universeele broederschap der menschen. God is de Oneindige en Absolute.
De mensch is essentieel een geestelijke intelligentie, een ziel en lichaam bewonend. De menschheid is één groote familie.
Door zelfreiniging en oefening van het lichaam, de emoties en het verstand, kunnen de latente goddelijke krachten in ons tot ontwikkeling komen. De mensch bestaat uit zeven „principles”, gegroepeerd als de lagere of sterfelijke natuur, de persoonlijkheid vormend, en de hoogere of onsterfelijke natuur.
De dood is de dissolutie der sterfelijke „principles” gevolgd door absorptie in de hoogere en universeele principiën. De hemel is een staat van rust en gelukzaligheid.Reïncarnatie volgt het genieten dezer rust, ofschoon niet bedoeld in den gewonen zin van zielsverhuizing. „Karma” is onafscheidelijk van reïncarnatie, als de oorzaak ervan. Het ledental der Amerikaansche societies wordt geschat op ruim 64.000, waarvan viervijfden zijn aangesloten bij de „Universal Brotherhood” and „Theosophical Society” bovengenoemd, wier hoofdkwartier is gevestigd in Point Lorna, Calif. In de Theosofische kringen in de Vereenigde Staten is veel dissensie wegens de pogingen van Mrs Annie Besant, hoofd der „Society” laatstgenoemd, om erkenning te verwerven voor den nieuwen „World Teacher” of Messias door haar geproclameerd, Khrishnamurti, een jonge Hindoe, door haar vergezeld, als ware zij een andere Johannes de Dooper. Twijfelachtig succes kroont dit pogen in Amerika. Ook in Nederland heeft men getracht door de „Orde van de Ster” propaganda te maken voor dezen „Heiland”.
