Bij Koninklijk Besluit van 8 Januari 1842 N°. 72 werd bepaald, dat te Delft zou worden gevestigd een Koninklijke Academie ter opleiding van burgerlijke ingenieurs. Deze werd in 1843 geopend.
Bij de Middelbaar Onderwijswet van 2 Mei 1863 werd zij ondergebracht bij het Middelbaar Onderwijs en omgezet in de Polytechnische School. Deze leidde op voor technoloog, civiel ingenieur, bouwkundig ingenieur, scheepsbouwkundig ingenieur en mijningenieur.De Hooger Onderwijswet van 5 Juli 1905 Staatsblad 154 verhief deze inrichting tot Technische Hoogeschool. Zij bevat thans zeven afdeelingen, die der algemeene wetenschappen, der weg- en waterbouwkunde, der bouwkunde, der werktuigbouwkunde en scheepsbouwkunde, der electrotechniek, der scheikundige technologie en die der mijnbouwkunde. Het onderwijs wordt gegeven door Hoogleeraren, Lectoren en Privaat-docenten. Voor de toelating tot de examens is vereischt het einddiploma der Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus of het einddiploma B van het Gymnasium. De studie duurt vijf jaar. Er bestaat gelegenheid om te promoveeren tot doctor in de technische wetenschappen. De van deze Hoogeschool afkomstige ingenieurs voeren den titel lr.