Sub una specie beteekent, dat men het avondmaal onder één gedaante bediende en genoot, d. w. z. men gebruikte alleen het brood. Deze gewoonte was allengs ontstaan, nadat de Roomsch-Catholieke kerk de leer van de transsubstantiatie begon aan te nemen.
Men ontving, nadat de consecratie had plaats gevonden, immers den verheerlijkten Christus, dus Zijn vleesch en bloed. Vandaar dat het teeken van den wijn niet meer noodig was.
Het brood bevatte den ganschen Christus. Met een beroep op 1 Cor. 11 : 27 tracht Rome het gebruik van het avondmaal sub una specie goed te praten.Sub utraque specie beteekent onder twee gedaanten, brood en wijn. Zoo wordt het door de Lutherschen en Gereformeerden gebruikt. De kwestie sub una of sub utraque specie was reeds in de Middeleeuwen oorzaak van veel verschil. Men denke aan de Hussieten.