Onderdeel der openluchtprediking. Zij is in de Heilige Schrift gegrond (Spreuken 1 : 20).
Israëls profeten spraken in de open lucht. Christus’ tempel was overal: de berg, de straat, de markt, het schip.
De apostel Paulus, de groote Kruis-heraut,is ook een machtig straatprediker geweest. Marcus 16:15 geeft den last er toe aan in ’t algemeen „alle creaturen”; Matth. 22 : 9, Lucas 14 : 23 rechtstreeks „gaat op de uitgangen der wegen”.
De plaats van de Kerk des Heeren is, waar Christus zelf stond: in ’t midden van de tollenaars en zondaren, roepende tot geloof en bekeering. Een groote massa van menschen uit allen stand en rang leeft geheel zonder God, zonder Bijbel, zonder kerk en zonder gebed.
Zij wemelt in de straten of wandelt in de parken. Door de radio is zij uit de verte, door straatprediking alleen van nabij te bereiken.
Voor menigeen werd zij tot eeuwigen zegen. Doch zij werkt ook zondestuitend en zondebindend.
Niet minder wekt zij spot en verharding.
Dit moet ernstig tot voorzichtigheid manen (Matth. 7 : 6a).
De straatprediking is geen godsdienstoefening, waarin gepreekt en de Schrift geëxegetiseerd wordt. Ook ontaarde zij niet in oppervlakkige bekeeringsprediking.
Zij verkondige het recht en de eere Gods, brenge het Evangelie van Christus’ onuitsprekelijke zondaarsliefde op eenvoudige en hartelijke wijze. Daarbij zich zooveel mogelijk aanpassend aan de gebeurtenissen van den dag en aan de dingen in de onmiddelijke omgeving.
Voorbereid en afgewisseld door muziek en zang, wordt zij gevolgd door traktaatverspreiding en persoonlijk spreken met de hoorders. De groote moeilijkheid bij dezen arbeid is: de rechte mannen en de rechte wijze te vinden.
De beste prediker voor het volk zal dikwijls de een of ander uit het volk zelf zijn, die door God in het hart gegrepen en bekeerd werd en nu met gloed uit de volheid zijner ziel getuigt. Zulk een is als de helden van David, die elk golden voor een leger.Voorafgegaan door de Marskramers en Hagepreeken uit den tijd der Reformatie, is de straatprediking door George Whitefield en John Wesley tot een machtige propaganda van het Christendom gemaakt. In Engeland en Amerika werd zij nationaal. Zij is het stokpaard genoemd van het Leger des Heils. In ons land werd zij het eerst gehouden in 1867 door J. Esser te ’s-Gravenhage met medewerking van den evangelist Wilkens. Roomsche straatpredikers zijn de leden van het „Gilde der klare waarheid”, een leeken-vereeniging voor geloofspropaganda.
De Gereformeerde straatprediking is begonnen in Den Helder, krachtig voortgezet te Amsterdam vanwege de Gereformeerde kerk door den straatprediker N. Baas, later in vele groote en kleine steden gevolgd. De auto-zending en de Bijbeltent voor Colportage (Amsterdam, Singel 87) vormen hierbij zeer invloedrijke factoren. Ontegenzeggelijk zijn aan dit moeilijk werk groote gevaren verbonden, waarom van verschillende zijden er ook ernstige bezwaren tegen worden ingebracht. Misbruik mag echter het rechte gebruik nooit veroordeelen. Wij behooren Christenen te zijn van onzen tijd en mogen, ja, moeten ook de gelegenheden onzer eeuw aanwenden om „de zaak des Konings” te bevorderen.
Heerlijk is het, dat het moderne vervoermiddel, de auto, in dienst der straatprediking werd gesteld. Ook hangt zij samen met het karakter van den tijd, waarin het leven in veel grooter mate dan vroeger zich in het publiek afspeelt. Als anderen de straat voor de leugenleer zich hebben veroverd, mogen wij dan achter blijven met de verkondiging der waarheid ? Zou in de rechte, breede straten van het moderne leven (met haar woonhuiskazernen) àlles met vlaggen en wimpels mogen doortrekken, en alléén de heilige Banier des geloofs er niet mogen worden ontplooid?
Juist naarmate de afval grooter en het ongeloof stouter worden, is het des te dringender de roeping der Christenen in het openbare leven op te treden, om ook het publieke leven op te eischen voor Koning Jezus. Het Christendom is niet alleen de godsdienst van het hart en voor het persoonlijk leven, ’t Is ook wereldgodsdienst.