Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Slachtoffer

betekenis & definitie

Deze naam wordt betrekkelijk vele malen gegeven aan het dankoffer. Het was derhalve een bloedig offer.

Wij treffen het voor ’t eerst aan bij den uittocht uit Egypte in Ex. 10 : 25; 18 : 12. Zonder twijfel houdt het verband met vroolijke familiefeesten, waarbij ook vleesch werd gebruikt (Luc. 15 : 23) bijv. na genoten voorspoed, het welslagen van de een of andere onderneming, waarbij de godvruchtige gedacht aan Hem die het alles alzoo had beschikt dat het uitliep op een goed einde, waarbij dan het beste van het dier den Heere werd gewijd.

Dit bizondere soort van offer is dan ook wederom geheel geregeld bij de Wet des Heeren. Toch behield het zijn oorspronkelijk karakter ook in dit opzicht dat er een zekere vrijheid bestond in de keuze der offerdieren; men mocht naar eigen believen kiezen mannelijke of vrouwelijke offerdieren.

Ook volgde op dit offer een offermaaltijd. Het is derhalve een dankoffer waarbij een of ander dier werd geslacht, waarvan het vleesch in een blijden familiemaaltijd mocht worden genuttigd.

Gewoonlijk draagt het den naam dankoffer. Voor dankoffer staat het Hebreeuwsche woord: schelamim; voor slachtoffer: sebhach.

Ook komen deze beide woorden samen voor terwijl het dan vertaald wordt eenvoudig door dankoffer (Lev. 7 : 11). In Lev. 7:11 lezen wij: Dit nu is de wet des dankoffers, die men den Heere offeren zal.

Daaruit mag worden afgeleid dat er ook slacht-dankoffers waren die niet voor den Heere waren, maar een gewoon slachten in huis tot een vrede- en vriendenmaaltijd.Het slachtoffer (dankoffer) omvatte het lofoffer, het gelofte-offer en het vrijwillig offer (Lev. 7:16; 2 Kron. 29 : 31). De Moabieten noodigden Israël te Sittim tot de slachtofferen hunner góden (Num. 25 : 2). Opmerkelijk is dat de Prediker zegt dat het beter is om naar Gods huis te gaan en daarin de Wet Gods te hooren voorlezen dan „om der zotten slachtoffer te geven” het wil zeggen: dan slachtoffers te geven als men den wil van God miskent noch doet (Pred. 4 : 17; Jes. 1 : 11; 43 : 23, 24; Jerem. 6:20; Ps. 40:7). Offer beteekent soms hetzelfde als slachting. Zoo heette het ook als des Heeren volk in een veldslag zijn vijanden nedervelde en daarna de krijgsgevangenen ombracht, dat de Heere een slachtoffer hield (Jes. 34 : 6; Zef. 1 : 7, 8). Paulus zegt dat Christus Zich gegeven heeft tot een offerande en slachtoffer (Ex. 5 : 2), en in den Hebreeërbrief, dat er voor degenen die willens zondigen nadat zij de kennis der waarheid ontvangen hebben, geen slachtoffer meer overblijft voor de zonden (Hebr. 10 : 26).

In deze beide plaatsen en elders in den Hebreeërbrief wordt niet bizonder het slachtoffer bedoeld, dat gelijk is aan het dankoffer, doch Christus, Die Zich gegeven heeft tot een verzoening voor onze zonde. Hier heeft slachtoffer de beteekenis van de zelfsofferande van Christus.

< >