16e eeuwsche, Protestantsche volkspoëzie, omvattend in rijm en liedvorm gebrachte reeksen bijbelplaatsen en uitingen van geloof en godsvertrouwen temidden van vervolging en druk; bestemd voor de gemeenschapsoefening der geloovigen. Ze zijn weinig persoonlijk, maar eenvoudig en vroom.
Tal van bekende, veelgeliefde bundels (Sacramentistisch Liedtboeck, Nieu-Geestelijck Liedt Boecxken) zijn bewaard gebleven, van auteurs als Nicolaas Biestkens (1560), Soetken Gerrits (1592), Lenaart Kloek (1593), e.d.