Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Schoone poort

betekenis & definitie

wordt vermeld Hand. 3 : 2 en 10; hoewel Lucas in vs. 2 van een „deur”, en vs. 10 van een „poort” spreekt, wordt ongetwijfeld beide malen één en dezelfde ingang tot de tempelruimte met zijn verschillende gebouwen bedoeld.

Onder den naam „schoone poort” komt zij noch bij Flavius Josephus noch in den Talmud voor, doch het zal dezelfde poort zijn geweest, die Josephus in zijn beschrijving van den tempel teekent als in pracht de andere acht overtreffend. Hij beschrijft haar als van „Korinthisch metaal” vervaardigd, spreekt van de „Korinthische” poort, die grooter was dan de andere. In den Talmud is sprake van een poort van Nikanor, waarmede dezelfde „schoone poort” wordt bedoeld. Zij bevond zich aan de Oostzijde van het heiligdom; wanneer men dit wilde betreden, moest men door den voorhof der heidenen, kwam dan in den voorhof der vrouwen, vervolgens in dien der mannen.

Van het Noordelijk deel van den buitensten voorhof voerden 15 treden naar een gaanderij, die den tempel in het Zuiden, Oosten en Noorden omgaf, en vandaar een trap van 5 treden naar de „poort van Nikanor”. Deze kostbaarste en fraaiste der 9 poorten had een dubbele hoofddeur en ter weerszijden kleinere ingangen, en verleende aan alle Israëlieten, mannen en vrouwen, toegang tot het heiligdom, wanneer zij aan de dagelijksche gebeden in den tempel wilden deelnemen en den offerdienst wilden bijwonen.

< >