Bij een schijndoode kunnen we geen levensverschijnselen constateeren, maar ook geen zekere teekenen van den dood (lijkstijfheid en lijkvlekken); een schijndoode is weer in het leven terug te roepen. De fakirs in Engelsch Indië zouden de wonderbare macht bezitten de levensverrichtingen van hun organisme eenigen tijd te doen ophouden.
Willekeurige schijndood is uiterst zeldzaam; even zeldzaam is het in onzen tijd, dat iemand schijndood begraven wordt. Het beste middel daartegen is iemand niet binnen 2 maal 24 uur na ’t sterven te begraven.
In de geschiedenis vinden we echter enkele gevallen hiervan met zekerheid vermeld: zoo zou koning Lodewijk IX, de Heilige, van Frankrijk, toen hij op zijn 29ste jaar aan dysenterie leed, op een dag volgens het oordeel van zijn geneesheeren gestorven zijn. Maar toen na een uur de priesters begonnen de mis te lezen, vertoonde het lijk weer levensteekenen.
Uit dankbaarheid voor zijn herstel deed de koning de gelofte een kruistocht mee te maken, ’t geen hij een paar jaar later ook gedaan heeft. Wanneer iemand aan een gewone ziekte sterft, is de kans op schijndood zeer gering; maar zeer dikwijls vinden we dezen toestand na ongelukken en ongevallen, zooals bij verdrinken, bij vergiftigingen (b.v. door gas, door alcohol, door morphine enz.), en bij personen, die getroffen zijn door den bliksem of door een sterken electrischen stroom.
Ook na verhanging of verworging is schijndood geen zeldzaamheid; in vroegere tijden, toen men de teekenen van den dood nog niet zoo goed kon waardeeren, moet het meer dan eens gebeurd zijn, dat men een misdadiger ophing, dat men hem dood waande en dat hij na afname van de galg na eenigen tijd weer tot het leven terugkeerde.Bij de ongevallen door een electrischen stroom, die in onzen tijd nog al eens plaats vinden, is men tot de ervaring gekomen, dat alle dood door electriciteit eerst schijndood is. In alle gevallen, waarin men maar kan denken aan schijndood, moet de eerste hulp bij ongelukken, vooral de kunstmatige ademhaling, snel en doelmatig toegepast worden.
Ook bij kleine kinderen moet men op schijndood verdacht zijn; niet alleen, dat van elke 100 kinderen er een paar schijndood ter wereld komen, maar zwakke, weinig levensvatbare kinderen hebben in de eerste weken van hun bestaan bij eenigen tegenspoed een zekere praedispositie voor schijndood.
