Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Samenwerkende Zendlngscorporaties

betekenis & definitie

De talrijke grootere en kleinere zendingscorporaties in het betrekkelijk zoo kleine Nederland, werden door den steeds toenemenden zendingsarbeid in Indië gedrongen tot zoo groot mogelijke samenwerking. Daar ieder een eigen historisch gegroeid karakter bezat, was samensmelting niet mogelijk en ook niet wenschelijk.

Wel moest naar algemeene en bijzondere samenwerking getracht worden. De algemeene samenwerking werd o.a. gevonden in het Zendingsconsulaat, de Algemeene Zendingsconferentie, de Commissie van Advies.

Maar nu is er ook een meer bijzondere samenwerking ontstaan tusschen een zevental zendingscorporaties. Eerst sloten zich aan het Nederlandsch Zendelinggenootschap, de Nederlandsche Zendingsvereeniging en de Utrechtsche Zendingsvereeniging.

Later voegden zich hierbij het Sangi- en Talaudcomitee, het Rijnsch Zendingsgenootschap, Zendingsgenootschap van de Evangelische Broedergemeente te Zeist, en de Evangelische Missionsgesellschaft zu Basel. Terwijl iedere corporatie eigen grondslag en karakter behoudt, heeft men op een tweetal punten practische samenwerking gevonden n.l. in de Nederlandsche Zendingsschool en in het Zendingsbureau te Oegstgeest.

Wat de Nederlandsche Zendingsschool betreft, zie men het desbetreffende artikel. Het Zendingsbureau bestaat uit de zendingsdirectoren van het Nederlandsch Zendelinggenootschap, de Nederlandsche Zendingsvereeniging, de Utrechtsche Zendingsvereeniging en het Sangi- en Talaudcomitee.

Tevens treedt het op als vertegenwoordiger van de andere zich aangesloten hebbende corporaties. Al behoudt iedere corporatie eigen leiding en bestuur, dit bureau geeft de algemeene leiding zoowel van den arbeid in Indië als dien in het vaderland.

Zoo is niet slechts de opleiding gezamenlijk, maar ook wordt de correspondentie gemeenschappelijk gevoerd, al heeft ieder eigen archief behouden.

De zendelingen hebben allen hetzelfde salaris, dezelfde verlofsregeling, enz.

Het noodige bureaupersoneel is gemeenschappelijk en men geeft één zendingsblad uit (Nederlandsch Zendingsblad en de Mededeelingen). De zendingsactie in het vaderland wordt vanuit dit bureau geregeld en geleid, zoodat de vroeger veel voorkomende onderlinge concurrentie heeft opgehouden te bestaan.

De verzamelde gelden worden naar een jaarlijks vastgesteld plan verdeeld, terwijl ook de onkosten percentsgewijs naar ieders draagkracht en uitgebreidheid van werk worden gedragen. Bedroegen vroeger de onkosten in het vaderland voor opleiding en zendingsactie ongeveer vijf-en-twintig percent van alle inkomsten, deze zijn nu reeds teruggebracht op ongeveer vijftien percent.

Al is ieder volkomen vrij aan zijn zendingsbijdrage een bepaalde bestemming te geven, meer en meer wordt het gewoonte dat men de gelden rechtstreeks aan dit bureau zendt, welke deze dan naar behoefte onder de verschillende corporaties verdeelt. De federatieve samenwerking, met behoud van ieders zelfstandigheid, heeft reeds veel bijgedragen tot de noodzakelijke eenheid van zendingsactie zoowel in Indië als in het vaderland.

Wat vroeger door iedere zendingscorporatie afzonderlijk werd gedaan, met als noodzakelijk gevolg onnoodige verspilling van tijd en geld en krachten, wordt nu door dit Bureau voor allen tesaam verricht.

< >