(of Duytsch, Deutsch) later genoemd Christiaan Salomon, werd in 1734 te Temiswar in Hongarije geboren. In 1747 legde hij belijdenis af van het Joodsche geloof.
In Praag studeerde hij aan de voornaamste academie der Joden tot 1754. Hij werd rabbijn en trad in het huwelijk met Jentil Coën, die 15 jaar oud was.
Hij verloor spoedig zijn vrouw, die hem een dochtertje van zes maanden naliet. Voor de tweede maal trad hij in het huwelijk (1760) met Sarei Coën, een zuster van zijn overleden vrouw, die 14 jaar oud was.
Na een zwaren strijd kwam hij tot het geloof in Jezus Christus. Hij verliet vrouw en kind, omdat hij door den Joodschen raad gedrongen werd aan zijn vrouw een scheidbrief te geven.
De Roomschen trachtten hem voor hun kerk te winnen, maar dat mislukte. Hij kwam nu naar Nederland.
Na veel ellende te hebben doorstaan, kwam hij in 1767 tot het doen van openbare belijdenis en werd hij gedoopt in de Nederlandsch Hervormde kerk. Hij studeerde nu aan de Utrechtsche academie.
In 1776 werd hij proponent en in 1777 predikant te Mijdrecht.
Daar bleef hij tot 1795, toen hij stierf.
In 1768 was hij opnieuw gehuwd met Barbara de Backer, geboren te Amsterdam. Duitsch is zeer bekend geworden door zijn boek: De wonderlijke leidingen Gods omtrent een blinden leidsman der blinden, Amsterdam 1768.
Dit boek, eigenlijk een zelfbiografie, is al verschillende malen herdrukt. In 1869 verscheen een 5de druk met een woord vooraf van den bekenden Ds P.
Deetman.