In Oen. 14 : 18 en Ps. 76:3 is sprake van een stad Salem. Mocht in Gen. 14 : 28 nog eenige onzekerheid bestaan met betrekking tot de vraag, waar we haar zullen moeten zoeken, al wijst ook hier het geheele verhaal naar Zuid-Palestina, uit Ps. 76:3 is het volkomen duidelijk, dat we hier staan voor een afkorting van Jeroesalem = stad van Salem.
Immers daar wordt gezegd: „in Salem is zijn hut en in Sion zijn woning”; „zijn” n.l. van den in vs 2 genoemden God, die „bekend is in Juda” en Wiens „Naam groot is in Israël”.Er is dan ook al heel weinig grond voor de sinds Hieronymus telkens herhaalde bewering, als zou in Gen. 14 bedoeld zijn het in Joh. 3 : 23 genoemde Salem, aan den Jordaan gelegen ten Zuiden van Beth-Sean.
