Dit woord is samengesteld uit twee Grieksche woorden orthos = recht, en doxé — meening, leer; het Grieksche werkwoord orthodoxeoo, dat door Aristoteles gebruikt wordt, beteekent dan ook: de rechte, zuivere meening hebben. In de Heilige Schrift komt dit woord niet voor, evenmin als de tegenstelling heterodoxie (een andere meening hebben).
Wel zijn er tal van Schriftplaatsen, die van de zuivere leer spreken (1 Tim. 4 : 6; 6 : 3; Titus 1:9,13 etc.), en wel beveelt de Schrift ons de rechte leer te handhaven, maar deze begrippen zijn geen bijbelsche begrippen. Wij vinden ze pas later in de kerkgeschiedenis, en dan is orthodoxie de richting, die beweert de zuivere leer vast te houden en de ketterij te verwerpen.
Zoo is Athanasius, de bisschop van Alexandrië, die tegenover Arius de godheid van Christus heeft verdedigd, de pater orthodoxiae, de vader der rechtzinnigheid genoemd. Maar zoo heeft ook de Grieksche kerk zich dezen naam toegeëigend en zich de orthodoxe kerk genoemd, omdat zij haar eer er in stelde bij de theologie van Johannes Damascenus te blijven staan; sedert 842 viert deze kerk elk jaar op den 19en Februari haar festum orthodoxiae, het feest der orthodoxie.
De Roomsche noch de Kerken der Reformatie hebben op dezen naam aanspraak gemaakt, al pretendeeren zij alle de zuivere waarheid te bezitten; zij gevoelde, dat dezen naam te weinig uitdrukt, en hoegenaamd niet beslist, of men Grieksch of Roomsch, Joodsch of Mohammedaansch orthodox is. In de Middeneeuwen komt de tegenstelling op tusschen orthodox en modern; modern is dan de naam, die gegeven wordt aan een persoon of partij, die met iets nieuws optrad, wat van de oude lijn afweek en niet met de belijdenis overeenstemde.
Thans hebben deze namen nog scherper beteekenis. Orthodoxie en Modernisme zijn geworden de benamingen voor de twee hoofdrichtingen in de Hervormde Kerk, waarvan de eerste nog aan de oude, zuivere belijdenis vasthoudt, en de andere deze waarheid heeft losgelaten.
Echter is op deze namen veel critiek uit te oefenen. In de eerste plaats drukt orthodoxie zeer onduidelijk uit, wat men er mee bedoelt; orthodox beteekent slechts in het algemeen: met de rechte leer overeenstemmend, en zoo kan men dit woord gebruiken in elke religie voor allen, die aan de oude waarheid vasthouden; het woord heeft niets specifieks Christelijks en Gereformeerds.
Zoo staat het ten tweede ook met Modernisme.
Modern beteekent nieuw en van het nieuwe kunnen de aanhangers van de zuivere waarheid Gods niet afkeerig zijn; zij leven in andere tijden dan vroeger; zij ondergaan den invloed van hun tijd, en de oude vormen worden ingewisseld voor nieuwe; men kan niet bij het bestaande blijven staan, omdat het nu eenmaal altijd zoo geweest is.
In de derde plaats is deze terminologie onzuiver, omdat onder den verzamelnaam orthodoxie veel wordt begrepen, wat meer modern is dan orthodox, en dichter bij de vrijzinnigheid staat dan bij de Gereformeerde richting. Daarom verdienen de namen Christelijk en Gereformeerd verre de voorkeur, omdat zij uitdrukken het vasthouden aan de waarheid der Schrift en tevens den eisch om altijd weer op nadere reformatie bedacht te zijn.